In oktober 2013 wordt een reünie gehouden van oud-personeelsleden van de mijnen Laura en Julia in Eygelshoven. Reden voor ons om een passend object van de maand augustus te kiezen: een geëmailleerd reclamebord van de mijn Laura.
In de jaren 1920 begonnen geëmailleerde reclameplaten meer en meer in het Nederlandse straatbeeld te verschijnen. Emaille was een dankbaar materiaal voor reclameborden in de buitenlucht. Het materiaal, een glasachtige substantie die bij een temperatuur van ongeveer 800 graden Celsius op een ondergrond van plaatstaal werd gefixeerd, was weerbestendig, duurzaam en kenmerkte zich door prachtige heldere kleuren. Eenmaal aan de muur bevestigd, vroegen de borden nauwelijks om onderhoud.
Vooral in en rond stationsgebouwen werd de reclame aangebracht. Stations waren immers de knooppunten van het reizigersverkeer. Een groot publieksbereik was verzekerd. Het aantal reclame-uitingen op de stations steeg in de jaren 1920 en 1930 snel. Tot vlak na de Tweede Wereldoorlog werd veel van de reclame op de stations van de Nederlandse Spoorwegen verzorgd door NV ‘t Raedthuys in Amsterdam.
De mijn Laura & Vereeniging sloot in september 1932 een eerste contract met ’t Raedthuys voor het plaatsen van stationsreclame. Aanleiding waren de afzetproblemen waarmee de mijn ten gevolge van de economische crisis kampte. Op 42 stations in heel Nederland, van Den Haag tot Zwolle en van Winschoten tot Roermond, werden geëmailleerde reclameborden opgehangen, die de consument aanspoorden zijn kolen te betrekken van de mijnzetels Laura en Julia in Eygelshoven. Reclamebord Laura. Foto collectie Continium
De borden hadden het formaat van 94 bij 62 cm, en waren dus kleiner dan het bord dat in deze aflevering van Object van de maand centraal staat. Laura & Vereeniging betaalde voor de stationsreclame aan ’t Raedthuys een bedrag van f 529,83 (€ 240,-) per jaar, exclusief de kostprijs van de borden, die werden besteld bij de NV Nederlandsche Emaillefabriek Langcat in Bussum. ’t Raedthuys zorgde voor de plaatsing van de borden op de stations.
In 1937 werden in opdracht van Laura & Vereeniging ook borden van het grotere formaat 130 x 94 cm geplaatst. Het bord uit de collectie van het Continium hoort bij die serie. Het mijnbedrijf sloot met ’t Raedthuys een contract af voor tien exemplaren. Ze werden vooral geplaatst op stations van de zogenaamde A-klasse: Amsterdam CS, Den Haag HS, Utrecht CS, Groningen en Haarlem, de belangrijkste stations dus. Maar ook op enkele kleinere stations (van de B- of C-klasse) werden de nieuwe borden opgehangen. De stations Tilburg, Zandvoort, Zwolle, Leidschendam-Voorburg en Vlissingen werden verlucht met een groot geëmailleerd reclamebord voor de kolen van de mijnen Laura en Julia. De toevoeging van de nieuwe serie grote borden betekende voor het mijnbedrijf wel een stijging van het jaarlijks aan ’t Raedthuys te betalen bedrag tot f 800,- (€ 363,-).
Zeskleuren emaillering
De fabrikant van de reclameborden in het grotere formaat was opnieuw Langcat. Langcat was de belangrijkste producent van geëmailleerde reclameborden in Nederland. Het bedrijf ontstond in 1930 uit de fusie van een aantal emaille- en blikproducenten. Langcat ontwikkelde een eigen geavanceerd procedé om in zeskleurendruk voorstellingen in emaille aan te brengen. Bovendien verkreeg het bedrijf in 1933 octrooi op een zelf ontwikkeld ophangsysteem. Aan de vier hoeken van het reclamebord werden een soort van oortjes aangebracht, voorzien van gaten waaraan de borden konden worden bevestigd. Dankzij dit systeem werd de voorstelling op de borden niet beschadigd door schroefgaten. Het octrooinummer, 30871, is linksonder op het bord aangebracht.
Het ontwerp van het reclamebord werd eveneens bij Langcat gemaakt. Steenkool is een moeilijk product om aantrekkelijk mee te adverteren. De associatie is al vlug die van zwart, stoffig en vuil. Maar kolen geven ook behaaglijke warmte en dat beeld weet de (niet met naam bekende) ontwerper op te roepen. Met eenvoudige middelen geeft hij een huizenrij met besneeuwde daken weer. Tegen een donkergrijze lucht stijgen uit de schoorstenen rookflarden op. Daarmee wordt de aangename warmte gesuggereerd die kolenkachels in de huiskamers verspreiden. Het beeld van gloeiende kachels en haarden onder de winterse daken wordt versterkt door het gebruik van de warme kleur oranje voor de belettering aan de onderzijde van het bord. Door tijdig goede kolen in huis te halen, zit je er zelfs bij sneeuw en vorst altijd warmpjes bij, dat is de boodschap die het bord geeft.
Achter het toilet...
Hoewel ’t Raedthuys zorgde voor het ophangen van de reclameborden in de stationsgebouwen en op de perrons, hield Laura & Vereeniging wel de vinger aan de pols. Kennelijk stuurde het mijnbedrijf vertegenwoordigers op pad, die op de stations poolshoogte namen. De bevindingen waren niet altijd positief. Zo reclameerde het bedrijf in 1933 bij ’t Raedthuys, dat op enkele stations de borden waarmee de kolen werden aangeprezen een wel erg ongunstige plaats hadden gekregen. In Helmond bijvoorbeeld hing het reclamebord aan de bovenkant van de stationsoverkapping. ‘U zult het met ons eens zijn, dat een op dergelijke hoogte geplaatst bord de aandacht van het reizend publiek niet kan trekken’, schreef men vanuit Eygelshoven aan het kantoor van ’t Raedthuys in Amsterdam. Op station Kesteren (Gelderland) hing het reclamebord voor kolen van de Laura en Julia zelfs achter de afscheiding naar de herentoiletten. Een vertegenwoordiger van de mijn had de stationschef daar al op aangesproken. Maar die had laconiek geantwoord dat een betere plaats meer zou kosten en bovendien opgemerkt dat het effect van dergelijk reclame toch minimaal was!
In 1947 zegde Laura & Vereeniging het contract met ’t Raedthuys voor stationsreclame op. De distributie en verkoop van Limburgse kolen waren in de eerste naoorlogse jaren door de Rijksoverheid gecentraliseerd en in handen gelegd van het Rijkskolenbureau. Reclame van de afzonderlijke mijnen voor het eigen product was in die situatie van geen belang meer. Bovendien was een deel van de emaillen borden tijdens de oorlogsjaren verdwenen of vernield. Van de tien grote reclameborden overleefden er slechts vijf de oorlog, van de 42 kleinere borden van Laura & Vereeniging verdwenen er 12. In november 1947 werden de resterende reclameborden verwijderd en door ’t Raedthuys geretourneerd naar de mijn in Eygelshoven.
Foto collectie Continium
In de jaren vijftig was het met de grootste populariteit van geëmailleerde stationsreclame gedaan. De Nederlandse Spoorwegen nam de stationsreclame in eigen hand, onder meer om de wildgroei van voor de oorlog tegen te gaan. Emaillen borden werden meer en meer vervangen door affiches, die veel goedkoper waren. Of de geëmailleerde borden van Laura & Vereeniging op de stations terugkeerden, toen de mijn in het begin van de jaren vijftig de verkoop van kolen weer zelf mocht regelen, is daarom zeer de vraag. In het bedrijfsarchief is er in elk geval niets over terug te vinden.Mijn Laura, Eygelshoven. Foto collectie Continium
Serge Langeweg
Discovery Center Continium Kerkrade
juli 2013
Bronnen:
P. Nijhof, Emaille reclameborden in Nederland (Amsterdam 1986)
Peter Nijhof en Marinus van Uden, De kunst van het verleiden. Geëmailleerde reclame in Nederland (Zwolle 1991)
www.emaillebord.com
Sociaal Historisch Centrum voor Limburg, Archief Laura & Vereeniging EAN 0950. Inventarisnummer 1818: Correspondentie met NV ’t Raedthuys te Amsterdam over de plaatsing van reclameborden op stations.
Paul Arnold, ‘Laura en Julia. Een kleine geschiedenis van de Naamloze Vennootschap Laura en Vereeniging’ Studies over de sociaal-economische geschiedenis van Limburg L (2005) 139-172
G. Brouns, Uit de geschiedenis van Laura & Vereeniging (Eygelshoven 1975)
Reclamebord mijnen Laura en Julia
NV Nederlandsche Emaillefabriek Langcat Bussum, emaille op plaatstaal (1937)
Collectie Continium Discovery Center Kerkrade 064244
(afmetingen 130 x 94 cm)
Object van de maand augustus 2013
Bekijk ook...
10 reactie(s)
Reacties
Mooi stukje over de mijn
Hallo mensen, Ik heb nog een
Hallo, Ik heb een bord van
Ik ben verzamelaar van
ik zou heel graag het emaille
e mail adres is
zou het mogelijk zijn , mijn
zou het mogelijk zijn , mijn vader albert kunz uit bocholtz toen , nou allang overleden,in 1973 aan longkanker, gestorven gewerkt destijds in of rondom Laura of Julia als oud mijnwerker, mm hij Staat ook niet erbij op mijnwerkerstablet in landgraaf de oude o v s om nog Fotos te kunnen zien of in zien , ,ben nl enigste zoon, apm kunz
Mijn vader zat vroeger in de
Mijn vader zat vroeger in de kolenhandel. Mijn zus heeft het poppetje Laura zoals hierboven op de foto. Is hier nog aan te komen? Zou er ook graag een hebben als herinnering.
Ik ben op zoek naar het
Ik ben op zoek naar het emaille bord van Laura Julia. Wie weet er een voor mij? Gr jerome uit Heerlen
loodsleven@gmail.com. Nul 6-24468526. Jerome Slaats
Ik heb een Laura Eierkool
Ik heb een Laura Eierkool poppetje zoals deze hier boven staat afgebeeld
Te koop. Voor een serieus bod mag u contact opnemen
Uw reactie